Uitstap: Valaarpark
1. Uitstap: Biodiversiteit
1.1. Methodiek
- We hebben de biodiversiteit van een parkje in de buurt in kaart gebracht.
- We hebben drie observatiegroepen gevormd: “planten”, “insecten/spinnen/kriebeldiertjes”, “zoogdieren en vogels”
- Methode: optellen van soorten (directe observatie/foto’s, sporen)
- Groepen van organismen en hun functie binnen het ecosysteem herkennen.
1.2. Observaties
- Planten
- “Grote Dieren” (Zoogdieren, Vogels, …)
- duif (via veren op de grond)
- eendjes
- konijn (hol)
- rat
- hond
- mens
- “Kriebel- en Kruipdiertjes” (Insecten, Spinachtigen, Kreeftdiertjes, Slakken)
- mier (zwart)
- naktslak
- duizendpoot
- pissebed
- vlieg
- mug
- spin
- worm
- kever
- klein groen beest (sprinkhaan?)
- wespen (nest met eitjes)
- Destruënten/Reducenten
- Omgeving
- veel vervuiling
- autosnelweg
- watervervuiling
- geluidsoverlast
- geen natuurgebieden in de omgeving
1.3. Discussie
- Hoe groot is de biodiversiteit op elk trofisch niveau?
- Bv. zijn er tertiaire consumenten aanwezig?
- Is dit veel of weinig, in vergelijking met andere parkjes?
- Welke groepen dieren onderscheiden we?
- Wat is een soort, hoe kunnen we verschillende soorten onderscheiden?
- Wat zijn beperkingen van onze observatiemethode?
Wij gaan het tijdens de les herbekijken!
2. Huiswerk
Doordenkvragen:
- Hoe stabil is het ecosysteem “Valaarpark”?
- Welke factoren beïnvloeden de Biodiversiteit in het parkje?
- Welke zijn de grootste problemen voor de natuur in het parkje, en hoe zouden we de situatie kunnen verbeteren?
vorige les \(\quad\) volgende les