Druk: Crash Course Formules


Home 4BSW1 4BSW2 4MTLAT/4LAT 4MWW1 4MWW2 4NWE2 5BWE 5EWI/5LWI/5WWI1 5WWI2 About

1. Level 0: De Vergelijking

1.1. “gelijk aan”

\[x = y\]

  • Het symbol `=` betekent: alles wat links staat is hetzelfde als alles wat rechts staat!
  • Hier: \(x\) is hetzelfde als \(y\); overal waar \(x\) staat mogen we \(y\) denken.

1.2. omkeeroperaties

  • \(+ \leftrightarrow -\)
  • \(\cdot \leftrightarrow :, \frac{\square}{\square}\)
  • \(e^\square \leftrightarrow ln(\square ) \)
  • afgeleide \(\leftrightarrow\) integraal

2. Level 1: Druk bij Vaste Stoffen

2.1. onthouden: één form van de formule!

Wij kunnen een formule omvormen.

  • Voorbeeld: druk \(p\) (engels: “pressure”) is de quotient van kracht \(F\) en oppervlak \(A\)

\[p = \frac{F}{A}\]

  • vermenigvuldigen met \(A\)

\[p\cdot A = F\]

Tipp: onthouden door een woord of zin te maken, hier bv. “fap”!

  • delen door \(p\)

\[A = \frac{F}{p}\]

Leerdoel: Je moet elke formule naar alle kanten kunnen omvormen!

2.2. onthouden: eenheid!

De eenheid van de druk is

\[\left[p\right] = \frac{N}{m^2} =: Pa\] (“Pascal”)

Toepassing: zie beneden!

2.3. voorbeeld

  1. scheepsraampje

    We meten op een patrijspoort (scheepsraampje, meestal rond) onder water een druk van \(10^5\ Pa\). Het glas heeft een oppervlakte \(1\ m^2\). Hoe groot was de kracht van het water?

    porthole.png []

  2. zand (LP Th1 H1 ↗12)

    Een persoon heeft een gewicht van \(800\ N\) en een totale voetoppervlakte van \(0,4\ m^2\). Hoe groot is de druk die zij uitoefent op het zand als zij met beide voeten naast elkaar staat?

    sand_traces.jpg [Photo by Irina Popovich on Unsplash ]

3. Level 2: Druk bij Vloeistoffen

3.1. vergelijkingen combineren

  1. stap: verzamel alle formules
    gewichtskracht: \( F=m\cdot a\)
    specifieke massa = dichtheid: \( \rho = \frac{m}{V}\)
    druk: \( p=\frac{F}{A} \)
    volume: \( V=A\cdot h \)
  2. stap: check de eenheiden!

    schrijf boven met een kleur de eenheiden bij!

  3. stap: invoegen

    schema_hydrostatische_druk.jpg

    hydrostatische druk:

    \[p_{hs} = \rho \cdot g \cdot h\]

3.2. oefening: “scuba-diving”

(= duiken met een ademautomaat)

scuba_diver.png []

Een duiker duikt op \(h=10\ m\) diepte onder water. Hij meet een hydrostatische druk van \(p=100\ kPa\). De valversnelling is bekend met \(g = 10 \frac{m}{s^2}\).

  • Bereken de dichtheid van water!

4. Level 3: Druk bij Gassen

4.1. ideaal gas

\[p\cdot V = n\cdot R \cdot T\]

  • p: druk
  • V: volume
  • n: deeltjesaantal
  • R: gasconstante
  • T: temperatuur
  • ideaal: geen zwartekracht, geen intermolekulaire krachten

[verder lezen]

ideal_gas.png []

4.2. oefening 1: eenheiden

Welke eenheid heeft de gasconstante R?

4.3. oefening 2: formules begrijpen

Van welke faktoren hangt de gasdruk af, en hoe (evenredig)?

5. Samenvatting

  • onthouden: één formule, eenheiden, symbolen
  • vaardigheden: formules omvormen, invoegen, eenheiden verifiëren
  • druk: drie formules (toepassing volgd)

Date: 2023-10-10 Tue 00:00

Author: Falk Mielke