Warmtecapaciteit


Home 4BSW1 4BSW2 4MTLAT/4LAT 4MWW1 4MWW2 4NWE2 5BWE 5EWI/5LWI/5WWI1 5WWI2 About

1. Warmtecapaciteit (Th4 H1.3, WB↗164)

1.1. Onderzoeksvraag

Welke invloed hebben de massa en de aard van de stof op de warmte die nodig is om een bepaalde temperatuurstijging te veroorzaken?

1.2. Hypothese

(eigen antwoord)

1.3. Benodigdheden

  • bekerglas
  • 100g olijfolie (kamertemperatuur)
  • water (200g of 100g; kamertemperatuur)
  • driepikkel met draadnet of kooktegel
  • thermometer (statief)
  • bunsenbrander
  • roerstaafje
  • timer

1.4. Werkwijze

  • plaats het bekerglas met de hoeveelheid vloeistof op het draadnet.
  • Bevestig de thermometer aan het statief en hang deze in de vloeistof.
  • Meet de begintemperatuur van de vloeistof.
  • Verwarm de vloeistof met een constante vlam. Roer door zodat de warmte gelijkmatig wordt verdeeld.
  • Meet de temperatuur na 30s, 60s, 90s, 120s, 150s, 180s.

(herhalen met alle vloeistoffen)

1.5. Meetresultaten

  100g olie 100g water 200g water
tijd temperatuur temperatuur temperatuur
t [s] T [K] T [K] T [K]
0      
30      
60      
90      
120      
150      
180      

Verdere observaties?

2. Berekeningen

  • De specifieke warmtekapaciteit is gedefiniëerd als door de formule:

\[Q=m\cdot c\cdot \Delta T\]

  • De specifieke warmtekapaciteit van water is: \[c(H_2O) = 4186 \frac{J}{kg\cdot K}\]
  • Bereken de warmte \(Q\) die jouw vlam binnen \(120s\) aan de beker doorgeeft!
  • Bereken de specifieke warmtecapaciteit van het frietjesolie.






Date: 2024-04-18 Thu 00:00

Author: Falk Mielke