Spieren (Microscopisch)


Home 4BSW1 4BSW2 4MTLAT/4LAT 4MWW1 4MWW2 4NWE2 5BWE 5EWI/5LWI/5WWI1 5WWI2 About

1. Homologie

1.1. voorbeeld

Homology vertebrates nl

1.2. geschiedenis

Het fenomeen van “homologie” heeft Naturalisten altijd gefascineerd (bv. Richard Owen, Étienne Geoffroy Saint-Hilaire, Charles Darwin).

“What could be more curious than that the hand of man formed for grasping, that of a mole, for digging, the leg of a horse, the paddle of a porpoise and the wing of a bat, should all be constructed on the same pattern and should include similar bones and in the same relative positions?”

uit: Darwin (1859) “On The Origin of Species…”, Ch. XIII, p.434 (tekst gratis beschikbaar)

1.3. definitie

Definitie “Homologie”:

  • Gelijkenis tussen soorten die zijn reden heeft in de overerving van kenmerken/eigenschappen van een gemeenschappelijke voorouder.
  • Bv. vinden we bij verschillende soorten botten en spieren in vergelijkbare vorm en positie, maar lichte aanpassing, in organen die zelf een verschillende functie kunnen hebben.

Homology_vertebrates_oplossing.svg

  • voor wie er meer botten wilt: → oefening 6, p. 98

2. Bindweefsel

2.1. verbetering leerpad

  • pezen (aangepast vorige les, voorbeeld fles/elastiek)
  • kraakbeen: zie beneden

2.2. kraakbeen

Voorbeeld kraakbeen:

  • een andere soort bindweefsel (precies niet “zoals bot…”)
  • stevig, maar glad, niet poreus
  • ook: collageen (maar andere type)
  • groeit sneller dan bot
  • voorkomen: neus, buitenoor, ribbenkas, gewrichten
  • zie leerboek ↗99 oefening 7
  • zie ook hier

2.3. “bindweefseldieren”

  • gewervelden (“alle dieren met een wervelkolomn”) hebben veel verschillende soorten bindweefsel.
  • variatie in fysieke kenmerken:
    • stevigheid (bv. bot, tand)
    • elasticiteit (bv. pees, spier)
    • wrijving (bv. kraakbeen in gewrichten)
    • isolatie (bv. vetweefsel)

2.4. collageen

Collageenvezels zijn vaak bestanddeel van bindweefsels

  • polypeptid (ketting van aminozuren, zoals proteine)
  • afbeelding: bv. hier (Fig. 2+3)
  • zie experiment “bot in zuur”

800px-Collagentriplehelix.png [bron]

2.5. bouw gewrichten (Th3 H2 ↗99)

→ oefening 7, p. 99

2.6. Samenvatting

Jullie moeten weten:

  • “bindweefsel” is een heel algemeen schuifje
  • weefsel aangepast aan fysische gebruik (stevigheid, elasticiteit, wrijving, isolatie)
  • collageenvezels als belangrijk bestanddeel van bot, kraakbeen, pees en andere
  • voorbeeld: bouw gewrichten, kraakbeen

3. Spier: Bouw (Th3 H2.2+H2.3)

3.1. grootteschalen! (Th3 H2.3 ↗102)

muscle_scales.svg [1]

3.2. structuur

→ oefening 12, p. 102+103

van klein naar groot:

  • actine + myosine
  • sarcomeren
  • spierfibrillen
  • spiervezels (cellen)
  • spierbundels
  • spier

3.3. structuur en functie

  • spieren kunnen maar één ding: samentrekken.
  • we zien een samenhang tussen de microscopische structuur en de macroscopische functie

(microscopisch = heel klein, macroscopisch = groot/met blote oog zichtbaar)

3.4. spiertypen (Th3 H2.2 ↗100)

op het niveau van de spiervezels zijn er verschillen tussen spieren zichtbaar.

  • skeletspieren = dwaarsgesteepte spieren

    spier1_skelet.jpg

  • glad spierweefsel

    spier2_glad.jpg

  • hartspier

    spier3_hart.jpg

  • oefening 10, p. 101

3.5. bonus: fibriltypen

4. ⌘ Samenvatting

  • homologie: definitie en voorbeeld
  • bindweefsel: voorbeeld kraakbeen, pees; collageen
  • microscopische structuur spier: actine/myosine, sarcomeren, fibrillen, vezels, bundels
  • spiertypen: dwarsgestreept, glad, hartspier

volgende week: toets!

5. Afsluiter

wat is dit?

20240125_vraagbeeld.webp

6. Bronnen

  • [1] Campbell Biology Global Edition (9th ed., 2011); Fig. 50.26 “The structure of skeletal muscle.”, p. 1150; Pearson

Date: 2024-01-25 Thu 00:00

Author: Falk Mielke