Vermogen, Rendement

• energie/arbeid per tijd
• Energieomzet kan snel of traag zijn.
• Veel energie = hoog vermogen, weinig energie = laag vermogen.
• Korte tijd = hoog vermogen, traag = laag vermogen.
• symbool: P
• Speciale eenheid: \(1 W\) “Watt”
• berekening: \[P = \frac{m\cdot a\cdot \Delta x}{\Delta t} = \frac{E}{t}\]
• eenheid: \[[P] = \frac{J}{s} = \frac{Nm}{s} = \frac{kg \cdot m^2}{s^3}\]

Verhouding van energien.

• een deel van de Energie (bv. “nuttig”) als aandeel van de totale energie
• symbool: \[\eta\]
• eenheid: \[[\eta] = \frac{J}{J} = 1\] (geen eenheid)
• berekening: \[\eta = \frac{E_{deel}}{E_{totaal}}\]

Een auto (massa: \(1000\ kg\)) rijdt gedurende twee uren met een snelheid van \(50\ \frac{km}{h}\). Het heeft daarvoor \(3\frac{l}{100\ km}\) benzine nodig. Één liter benzine bevat een energie van \(35\ MJ\) (MJ=Megajoule=\(10^6\ J\)), waarvan \(28\ MJ\) verloren gaan (wrijving, waarmteverlies).

• Welke kinetische energie heeft het voertuig?
• Bereken het vermogen van de verbruikte energie van die rit!
• Bereken het rendement van het auto!
• Hoeveel arbeid verricht de auto (motor) op die rit?

[bron1] [bron2] [bron3]

• Toets! Systemen, Arbeid, Energie, Vermogen, Rendement

Herhalingsoefeningen

• leerboek: groene “samenvatting”
• werkboek: groene theorieblokkjes
• WB TH2 p.92 oefening 7
• WB TH2 p.96 oefening 16