Warmtetransport en Warmtecapaciteit
1. Planning
Nog maar twee lessen fysica?!
- “No fun” fact: in april en mei zijn door verschillende omstandigheden 6 van 9 lessen uitgevallen.
planning:
projectweekpinksteren- Thema “gaswetten” met “medewerkings-toets” tijdens de les
- herhaling
- proef!
2. Bookwidget-“Toets”
Voor het thema “Warmte en Temperatuur” krijgen jullie een bookwidget-toets!
Die is nu al open.
- deadline: !
Los het rustig thuis op!
3. Herhaling: Warmte en Temperatuur
3.1. definities (LB p.104)
- Temperatuur \(T\) is een maat voor de gemiddelde snelheid van de deeltjes.
- Warmte \(Q\) is inwendige energie, of een energieverschil tussen twee voorwerpen/stoffen/tijden.
Warmte | (Energie) |
symbool | \(Q\) |
eenheid | \(J = Nm\) |
Temperatuur | |
symbool | \(\theta\) / T |
eenheid 1 | \(^{\circ}C\) |
eenheid 2 | \(K\) |
3.2. temperatuurschalen
- Jullie kunnen omrekenen van \(^{\circ}C\) naar \(K\)!
\(^{\circ}C\) | \(K\) |
---|---|
0 | |
0 | |
100 | |
294,15 | |
\(\vdots\) | \(\vdots\) |
4. Warmtecapaciteit
4.1. de formule
Jullie moeten van dit hoofdstuk één formule kennen!
\[Q=m\cdot c \cdot \Delta T\]
starring:
- warmte Q
- temperatuur(verschil) \(\Delta T\)
- massa \(m\)
- specifieke warmtecapaciteit \(c\)
4.2. specifieke warmtecapaciteit
specifieke warmtecapaciteit | (stofconstante) |
symbool | \(c\) |
eenheid | \(\frac{J}{kg\cdot K}\) |
definitie:
Hoeveel warmteenergie is nodig om de temperatuur van een stof om \(1K\) te verhogen?
feiten:
- de specifieke warmtecapaciteit is een stofeigenschap, bv. water \(c_w = 4186 \frac{J}{kg\cdot K}\)
- richtingscoefficient van de warmte-temperatuur-samenhang
- niet geldig bij faseovergang = verandering aggregatietoestand!
4.3. oefening 1
Een kookpot met \(2 kg\) heet water (\(80^{\circ}C\)) koelt af tot op kamertemperatuur (\(21^{\circ}C\)).
- Hoeveel warmte komt vrij?
4.4. oplossing 1
gegeven:
- \(m=2kg\)
- \(T_1 = 80^{\circ}C = 273,15 K + 80 K = 353,15 K\)
- \(T_2 = 294,15 K\)
ook bekend:
- \(c_{wata} = 4186 \frac{J}{kg\cdot K}\)
gevraagd:
- \(Q\)
oplossing:
- \(Q=m\cdot c\cdot \Delta T\)
- \(Q = 2 kg \cdot 4186 \frac{J}{kg\cdot K} \cdot \left( 294,15K - 353,15K \right)\)
\[Q = -493.948 J\]
Bij dit afkoelproces komen bijna vijfhonderdduizend Joule aan warmteenergie vrij.
4.5. oefening 2
In een geïsoleerd systeem wordt 1 kg water van 10ºC (beker A) toegevoegd aan 10 kg water van 50ºC (beker B).
- Wat is de temperatuur van het water wanneer het thermisch evenwicht bereikt?
(Tipp: gebruik \(Q_{A\leftarrow B} = Q_{B\rightarrow A}\) en \(Q = m c \Delta T\) )
4.6. oplossing 2
gegeven:
- \(m_A=1kg\)
- \(m_B=10kg\)
- \(T_A = 10^{\circ}C = 283,15 K\)
- \(T_B = 50^{\circ}C = 323,15 K\)
- \(c_{wata} = 4186 \frac{J}{kg\cdot K}\)
gevraagd:
- vermengingstemperatuur \(T_X\)
- voor een snelle oplossing, zie de “pro tip” hieronder!
oplossing:
- \(Q_{A\leftarrow B} = Q_{B\rightarrow A}\) ← Wet van Behoud van Energie! De energie die stof B afstaat is precies de energie die stof A opneemt; geïsoleerd systeem.
- \(Q_{A\leftarrow B} = m_A \cdot c_w \cdot \left( T_X - T_A \right)\)
- \(Q_{A\leftarrow B} = 1 kg \cdot 4186 \frac{J}{kg\cdot K} \cdot \left( T_X - 283,15K \right)\)
- \(Q_{B\rightarrow A} = m_B \cdot c_w \cdot \left( T_B - T_X \right)\)
- \(Q_{B\rightarrow A} = 10 kg \cdot 4186 \frac{J}{kg\cdot K} \cdot \left( 323,15K - T_X \right)\)
- \(Q_{A\leftarrow B} = Q_{B\rightarrow A}\)
- \(1 kg \cdot 4186 \frac{J}{kg\cdot K} \cdot \left( T_X - 283,15K \right) = 10 kg \cdot 4186 \frac{J}{kg\cdot K} \cdot \left( 323,15K - T_X \right)\)
- scrappen: \( T_X - 283,15K = 10 \cdot \left( 323,15K - T_X \right)\)
- \( 11 T_X = 10 \cdot 323,15K + 1\cdot 283,15K \)
- \( T_X = \frac{10 \cdot 323,15K + 1\cdot 283,15K}{10+1} \)
- \( T_X = 319,5 K = 46,4^{\circ}C \)
\[T_X = 46,4^{\circ}C\]
De temperatuur van het mengsel is \(46,4^{\circ}C\).
4.7. pro tip oefening 2
Als je dezelfde stof in A en B hebt, kan je het massa-gewogen gemiddelde van de temperaturen gebruiken!
Formule:
\[T_X = \frac{m_A\cdot T_A + m_B\cdot T_B}{m_A+m_B}\]
5. Warmtetransport
5.1. Sleutelvraag
- inwendige kinetische energie: deeltjesbeweging
Hoe krijgen we beweging van één plaats naar een andere?
5.2. Analogie
The Rock Show!
- Stel je bent op een concert van jouw favoriete kunstenaar.
- Het probleem: jij staat buiten.
Hoe ga je toch dansen? Drie opties:
- je beweegt naar binnen (convectie)
- er staan om je heen overal mensen die ook mee dansen (geleiding)
- je hoort de muziek van binnen (straling)
5.3. Geleiding (Th4 H1.2.3 ↗108)
- de deeltjes botsen tegen elkaar
- botsingen worden doorgegeven
- maar: deeltjes blijven (meer of minder) op hun plek
voorwaarde: geleidende verbinding (bv. metaalrooster)
- zie experimentje hier: https://youtu.be/Rnnadk7b3VY
5.4. Convectie (Th4 H1.2.1 ↗107)
(“warmtestroming”)
- de deeltjes bewegen
- … en botsen tegen elkaar
voorwaarde: cohesie (verbinding) en beweging (bv. vloeistof)
→ oefening 7, WB Th4 H1.2.1 ↗155
5.5. Straling (Th4 H1.2.2 ↗108)
- bewegingsenergie op afstand
- eigenlijk: andere vorm van energie
- voorbeeld zon: elektromagnetische golven (“licht”)
→ groene kader, WB Th4 H1.2.2 ↗156